+31(0)413 786 305 info@nah-products.com

Parasieten bij honden 
De inwendige parasieten die in Nederland bij honden voorkomen, zijn weinig ziekte verwekkend, tenzij bij jonge dieren en bij massale besmettingen.

Waarom is het dan zo belangrijk dat wij onze honden toch ontwormen?

Punt 1
De volksgezondheid. Uit recentelijk onderzoek in Utrecht is gebleken dat 25% van de parken en 59% van de openbare zandbakken met wormeieren van de spoelworm besmet zijn.
Ook kinderen kunnen daardoor besmet worden, in het ergste geval gaan deze wormen zich in het lichaam van het kind migreren, en in een vreemde omgeving, zoals bijvoorbeeld in de oogbol opduiken.

Punt 2
Wormen doen zich tegoed aan bloed, weefsel, en darminhoud van hun gastheer. De parasieten verspillen daarmee veel meer dan zij nodig hebben.
Dit heeft nadelige effecten op de prestaties van hun gastheer, de hond. De groeiprestaties, sportprestaties, maar ook de algehele conditie gaat achteruit.

Punt 3
Sommige inwendige parasieten veroorzaken veel jeuk bij hun gastheer.

De meest voorkomende wormen bij honden zijn de spoelwormen, veel eigenaren ontwormen de dieren alleen als ze symptomen van besmetting zien, of wanneer ze wormen in de faeces aantreffen.
Helaas is het niet mogelijk om aan de faeces met het blote oog te zien of uw hond een spoelwormbesmetting heeft.
De spoelwormen komen nauwelijks naar buiten, soms wel via mest of braaksel. Via mest onderzoek met behulp van een microscoop zou een besmetting wel vastgesteld kunnen worden, want een volwassen worm kan wel 200.000 microscopisch kleine eitjes per dag uitscheiden.

Verschillende inwendige parasieten die bij honden voorkomen:
Toxocara canis en toxascaris leonina: Spoelwormen
Ancylostoma caninum: Haakwormen
Trichuris vulpis: Zeepwormen
Dipylidium caninum:, Taenia hydatigena, ea taenia soorten: Lintwormen
Dirofilaria immitis: Hartwormen


Toxocara canis, de hondenspoelworm

Besmetting kan op drie manieren.
1 Oraal kunnen de eitjes opgenomen worden, vanaf de grond, of via het eten van een besmet prooidier, zoals de muis.
2 Vanaf de 42ste dag van de dracht kunnen parasieten die in de moederhond zitten de pups al in de baarmoeder besmetten, de larven wachten in de lever van de ongeboren pup tot na de geboorte, daarna gaan ze via het hart en of de longen door naar de darmen.
3 De eerste 3 weken van de zoogperiode kunnen de pups besmet worden via de moedermelk.

cyclus
Eitjes worden oraal opgenomen, in de darm komen hier wormen uit, een deel daarvan wordt een volwassen worm in de darm en scheidt ongeveer 200.000 eitjes uit per dag, een ander deel daarvan boort zich door de darmwand heen en komt via de bloedbaan in andere organen terecht zoals:
In de lever, spieren, vetweefsel en longen.
Daar kapselen zij zich in en vormen zo een reserve waaruit regelmatig larven vrijkomen. Het deel dat in de longen terecht komt, gaat door naar de fijnere vertakkingen van de luchtwegen, de bronchiën, zij worden opgehoest, opgeslikt, en groeien in de darm uit tot een volwassen, eitjes producerende worm.
Tijdens de dracht worden ingekapselde wormen oiv van de hormonen van de teef wakker, en besmetten zo via het bloed de ongeboren pup, of via de melk de jonge geboren pups. En zo gaat het weer opnieuw, en opnieuw, en opnieuw

Symptomen:
Longontsteking als gevolg van een massale migratie is de belangrijkste doodsoorzaak bij pups tussen de 2 en 3 dagen oud.
Daarnaast zien we: Vermagering, verzwakking, groeivertraging, een dik buikje, diarree, braken, koorts, bloedarmoede en zenuwstoornissen.

Toxascaris Leonina, tevens een spoelworm

Deze spoelworm komt bij honden en katten voor. Hond en kat kunnen elkaar in theorie besmetten, maar deze spoelworm wordt voornamelijk bij honden gezien.
De Toxascaris Leonina is de minst ziekte verwekkende worm bij vleeseters, mede door de eenvoudige cyclus, in vergelijking tot die van de hondenspoelworm.

Cyclus
De eitjes worden oraal opgenomen, door middel van opname van infectueuze eitjes, of via een tussen gastheer zoals de muis. In de darmen komen de larven uit en groeien uit tot volwassen worm, er is geen migratie door het lichaam.
In de darm worden eitjes geproduceerd en deze worden uitgescheiden via de feaces, waarna ze weer oraal opgenomen kunnen worden.

Symptomen:
de besmetting is zelden groot genoeg om symptomen te veroorzaken, verder zien we: Vermagering, verzwakking, groeivertraging, een dik buikje, diarree, braken, en koorts

Ancylostoma caninum, de zuiderelijke haakworm

Deze wormsoort is een van de meest schadelijke wormsoorten voor de hond. De larven dringen via de huid binnen, meestal via de onderkant van de poten, en migreren via het bloed naar het hart, naar de longen, naar de luchtpijp, naar de slokdarm, naar de dunne darm. In de dunne darm doen zij zich tegoed aan bloed en darmweefsel.

Een deel van de migrerende larven kapselt zich tijdens de migratie ergens in het lichaam in, en kunnen ongeboren pups tijdens de dracht al besmeten.
Honden kunnen een immuniteit opbouwen tegen deze wormsoort.

Symptomen:
Jeuk en roodheid bij de voetzolen, daarnaast zien we bloedarmoede, vermageren, minder eetlust, slijmerige donkere diarree

Trichuris vulpis, de zweep- of kennelworm

Wormeitjes kunnen worden opgelikt, zij ontwikkelen in de dikke darm tot volwassen wormen in ongeveer 2 tot 3 maanden. Zij boren zich in het darmslijmvlies waar ze zich tegoed doen aan bloed, de wormeitjes die zij produceren komen via de feaces weer naar buiten.

Symptomen:
Diarree, bloedarmoede, bloederige diarree, vermagering

Uncinaria stenocephala, de noorderlijke haakworm

Besmetting gebeurt voornamelijk oraal, en soms ook door de huid heen. In de darm ontwikkelen de larven zich tot volwassen wormen en produceren eitjes die weer via de feaces uitgescheiden worden.

Symptomen:
Weinig duidelijke symptomen door licht darmletsel, bij jonge honden ziet men wel dierree. Huidbeschadiging na percutane (het doorboren van de huid) is zeldzaam.

Dipylidium caninum, lintworm

De lintworm eitjes worden via een tussengastheer zoals een vlo of een luis oraal opgenomen, dus door het opeten van een vlo of luis, niet door een beet van een vlo of luis.
In de darm ontwikkelt het eitje zich tot volwassen worm, en hecht zich aan het darmslijmvlies. Vanaf 3 weken komen de eerste proglottiden tevoorschijn, die naar achteren toe steeds breder worden naarmate ze groeien, door voedingsstoffen uit het maagdarmkanaal van de gastheer op te nemen. De proglottiden bestaan voornamelijk uit eierstokken die ieder grote aantallen eieren produceren. Aan het uiteinde van de lintworm breken de rijpe proglottiden af en verlaten met de ontlasting het lichaam.

Symptomen:
Rijstkorrelgrote proglottiden kruipen uit de anus dat geeft enorme jeuk, de hond kan op zijn kont rijden, “sleetje rijden”.
Vermagering komt pas voor bij extreem hoge besmettingen.

Verschillende Taenia soorten, lintworm

De taenia soorten ontplooien zich in de dunne darm tot volwassen wormen waar ze zich vastzetten met haken en zuignappen.

Symptomen:
Extreem zware infectie kan leiden tot darmontsteking, dat geeft: krampen, diarree, wisselende eetlust, vermagering en groeivertraging.

Dirofilaria immitis, hartwormen

Deze parasieten kwamen voorheen alleen in Zuid-Europa voor, maar ze rukken op richting het Noorden, in Frankrijk zijn al besmetingen bekend.
Deze parasieten worden verspreid door muggenbeten. Niet oraal en ook niet van hond op hond.

Symptomen:
Hoest, minder uithoudingsvermogen, lusteloosheid, gewichtsverlies, flauwtes, ophoesten van bloed.