+31(0)413 786 305 info@nah-products.com

De paardenweide van onze gedomesticeerde paarden ziet er heel anders uit dan die van hun natuurlijke soortgenoten.
Hun natuurlijke soortgenoten kunnen niet alleen zelfmedicatie doormiddel van voedselkeuze toepassen, maar zij kennen ook een lagere besmettingsgraad.

Paarden in de natuur hebben een grote leefomgeving, en hanteren mestplekken, waar zij niet meer zullen eten, daarmee voorkomen zij dat ze zich zelf weer besmetten. Het overgrote deel van de parasiet populatie bevint zich namelijk in het gras in plaats van in het paard en zelfmedicatie werkt alleen binnen het paard.

Hoe kunnen wij de natuur zoveel mogelijk evenaren om de weidebesmetting zo laag mogelijk te houden?

Allereerst dus de hygiëne, in de natuur wordt er niet uitgemest, maar zullen paarden niet eten waar ze mesten. Bieden wij onze paarden niet voldoende ruimte en slechts beperkt ruwvoer, dan dwingen wij dat de paarden ook eten van het gras waar ze gemest hebben.

Dagelijks uitmesten is dus erg goed om de infectie druk zo laag mogelijk te houden.

Wilde paarden eten geen krachtvoeders, maar ruwvoer, ruwvoer is niet alleen gedroogd lang gras maar bestaat daarnaast ook uit takken, kruiden en zaden.

Doordat paarden zaden eten, en niet altijd alles evengoed vermalen, zijn de mestballen ideale plekken voor vogels om voedsel te vinden.
Zij pikken de mest ballen helemaal uit elkaar, waardoor de eitjes en de larven blootgesteld worden aan de zon, waardoor ze het al snel niet meer overleven.
Voeren met granen is dus een goede optie, alleen een moeilijke in combinatie met uitmesten.
Doordat de vogels de mestballen openbreken, zijn ze vele malen moeilijker op te ruimen voor ons.
Bloten/slepen geeft een vergelijkbaar idee, alleen het nadeel hiervan is dat het niet dagelijks gebeurt en bij het slepen wordt de mest verspreid over de gehele paardenweide.

Paarden leven in de natuur niet als enige diersoort op een graas gebied. Paarden zijn erg kieskeurig en laten veel planten staan die door andere dieren nog als een delicatesse worden beschouwd. De mestplekken van de paarden veroorzaken een andere vegetatie en trekken andere diersoorten aan.

Zuring is daar een voorbeeld van, zuring komt vaak opdagen op plekken waar paarden veel mesten, en zuring wordt goed gegeten door bijvoorbeeld geiten.

Veel parasieten zijn diersoort specifiek en zullen de begrazing door andere diersoorten niet overleven.
Af wisselen met een andere diersoort of paarden samen met andere dieren te huisvesten geeft daarmee een lagere infectie druk voor beide diersoorten.

Kan men niet afwisselen met andere diersoorten zoals geiten of schapen dan moet een weide voldoende rust periodes krijgen, denk hier bij niet aan een weekje, maar aan 8 weken of meer.

Goed weide management is noodzakelijk in alle wormbestrijding strategieën. Chemisch of met kruiden. Zonder een goed weidemanagement kunt u uw paard even vrij van wormen krijgen maar het paard zal snel weer besmetting opdoen via het grazen.